Bijkomende investeringen in bestaande net zero emissie-scenario’s voor België: een vergelijkende analyse
Als lid van de Europese Unie hangt de bijdrage van België aan de transitie naar een EU met net zero broeikasgasemissies tegen 2050 af van aanzienlijke veranderingen in investeringspatronen. Niet alleen het niveau, maar ook de aard van de investeringen zal veranderen. Het inschatten van de noodzakelijke investeringsvereisten voor de decarbonisatie van de economie is cruciaal om de macro-economische impact van de klimaattransitie in België te begrijpen en om het maatschappelijk en beleidsdebat te voeden.
Dit rapport vergelijkt de momenteel beschikbare net zero transitiescenario’s die de voorbije jaren zijn gepubliceerd door zowel auteurs uit de overheids- als private sector in België. Deze scenario’s werden ontwikkeld binnen hun technologische en regelgevende context. Aangezien deze context voortdurend evolueert, bijvoorbeeld na het federaal regeerakkoord van 2025, is het mogelijk dat er in de toekomst andere scenario’s worden voorgesteld door verschillende auteurs, die nuttig zijn om toe te voegen bij een update van deze studie.
De verschillende scenario’s laten mogelijke transitiepaden of oriëntaties zien. Deze trajecten weerspiegelen belangrijke strategische keuzes die beleidsmakers nog moeten maken. De studie identificeert de belangrijkste oriëntatiekeuzes en evalueert hun relatieve investeringsbehoeften evenals de gevolgen voor hun terugkerende kosten/ besparingen.
Een gemeenschappelijk kenmerk van de scenario's in alle sectoren is het gebruik van talrijke hefbomen voor energie-efficiëntie (zoals de isolatie van gebouwen en de installatie van warmtepompen) en de invoering van niet-fossiele energie, voornamelijk door elektrificatie (voertuigen, warmtepompen, hernieuwbare energiebronnen en de versterking van elektriciteitsnetten). Deze scenario's verschillen echter aanzienlijk in hun afhankelijkheid van het matigen van de groei van of zelfs het verminderen van bepaalde activiteitenvolumes, zoals nieuwbouw of het aantal kilometers afgelegd met een eigen personenwagen (bijv. meer gebruik van carpooling of openbaar vervoer), of het verschuiven van bepaalde activiteiten (bijv. modal shift).